Column Martijn Verhagen in het kader van de themamaand Zorgvastgoed van Vastgoedjournaal.nl
'Moeten we nadenken over zorg huisvesting die pandemieproof is?'
Corona en de komst van de 1,5 meter samenleving zijn niet alleen van invloed op onze manier van werken, van uitgaan, ons theater- en museumbezoek, en de manier waarop we fysiek met elkaar omgaan. Maar zouden ook wel eens een gamechanger kunnen zijn op architectonisch gebied. Van dat laatste is architect Martijn Verhagen van HD Architecten overtuigd. “Met name op het terrein van senioren- en zorghuisvesting zal corona zijn sporen nalaten”, zo stelt hij in een prikkelend gesprek met Vastgoedjournaal.

“Wat wij willen is een structurele bijdrage leveren en onze ideeën over mogelijke ontwerpoplossingen spiegelen met mensen uit de zorgvastgoedwereld.”
Een omgekeerde wereld, zo dacht hij, die enorme sociale en psychologische gevolgen zal hebben. Want als architect van met name seniorenhuisvesting al dan niet in combinatie met zorgverlening, realiseerde hij zich meteen wat de gevolgen waren voor kwetsbare groepen zoals ouderen met dementie. Verhagen: “Mensen met deze ziekte begrijpen de veranderende situatie niet en hebben juist behoefte aan contact en aanraking”. Behalve op medemenselijk vlak, raakten de maatregelen hem dus ook vakmatig. Omdat ze direct duidelijk maakten hoe groot de invloed was van de architectuur van verpleeghuizen op de pandemie en de daarop volgende maatregelen.
Verhagen: “Met Wet Zorg en Dwang worden de mensen met dementie goed beschermd. Deze wet omschrijft dat vrijheidsbeperking, het fysiek opgesloten zijn, in principe bij niemand mag worden toegepast. Maar een uitbraak van corona in een woonzorg gebouw leidde er juist meteen toe dat een hele locatie toch in isolatie moest. Ik vroeg me daarom af: kunnen we in het ontwerp van zo’n zorggebouw hier rekening mee houden, zodat dit niet direct nodig is?”
Toekomstbestendig wonen en werken
Omdat Verhagen als architect gewend is om ruimtelijke oplossingen te bedenken, ging hij zich dus afvragen of architectuur ondersteunend kan zijn om in de toekomst beter gewapend te kunnen zijn tegen een pandemie. En welke ruimtelijke oplossingen er mogelijk zijn om de gevolgen van een pandemische situatie zoveel mogelijk te beperken. Structurele oplossingen, dus. Want ad hoc ontstonden er tijdens de eerste lockdown noodzakelijke, maar geïmproviseerde initiatieven. Van babbelboxen en knuffelschermen, tot hoogwerkers om ‘raambezoek’ met een familielid op driehoog mogelijk te maken.
Verhagen: “Ik vond dat hartverwarmend om te zien, maar helaas zijn dit geen toekomstbestendige oplossingen voor een gebouw en zijn bewoners. Wij hebben onszelf de vraag gesteld hoe ontmoeting kan plaatsvinden, hoe een veilige werkplek kan worden geboden aan zorgmedewerkers en wat er preventief gedaan kan worden. Wat wij willen is een structurele bijdrage leveren en onze ideeën over mogelijke ontwerpoplossingen spiegelen en realiseren met mensen uit de zorgvastgoedwereld. Is dat iets eenvoudigs als een vast fonteintje bij de ingang om je handen te wassen ter vervanging van de desinfectiezuilen? Of vraagt het juist om grotere oplossingen? Zoals het inpassen van ruimten voor ontmoetingen, ingerichte bezoekerskamers en flexibel ontworpen plattegronden, waarmee een gebouw bij een quarantaine situatie eenvoudig is op te delen, zonder verlies van woon- en leefkwaliteit. We zullen samen moeten nadenken over hoe je, kostentechnisch aanvaardbaar, om kunt gaan met een bestaand of nieuw gebouwontwerp waarmee geanticipeerd kan worden op een pandemie zoals de huidige.”
Het gebouw moest de vormen en de maten en van een distributiecentrum krijgen. Dat had een reden. Dick: ‘Als het gebouw straks af is, beslaat het in totaal zo’n 27.000 vierkante meter. Dat is natuurlijk gigantisch. Maar stel dat we ooit, gedeeltelijk of helemaal, het gebouw verlaten? Het gebouw verkopen als distributiecentrum of als bedrijfsverzamelgebouw is dan waarschijnlijk de enige optie. Als geheel of in delen. Het is best bijzonder om voordat de eerste paal wordt geslagen, al over zo’n toekomstscenario na te denken. Maar de directie stelde dat wel als harde eis. Het ontwerp van het gebouw is modulair en repeterend op één kant, waardoor het zo nodig in drie aparte delen gesplitst kan worden. In het gebouw bevinden zich geen plafonds. We zijn nu eenmaal een technisch bedrijf en dan mag je de techniek van het gebouw juist laten zien. Daarnaast stelde de gemeente de eis dat een bepaald deel van het gebouw “verbijzonderd” moest worden. Dat is gerealiseerd door een inpandig balkon te maken waar mensen, zelfs met slecht weer, buiten kunnen zitten.’
De samenwerking met HD Architecten verliep uitstekend, aldus Dick. ‘We hadden regelmatig overleg waarbij goed naar ons werd geluisterd. De architect wist zijn visie heel goed te vertalen naar dat wat wij voor ogen hadden. Ik durf dan ook rustig te zeggen dat Martijn Verhagen een architect naar mijn hart is, ook omdat onze visies zo goed op elkaar aansloten. Door steeds heel goed met alle betrokken partijen te overleggen, kwamen we elke keer weer een stap verder en vonden we oplossingen die goed bij BPA aansloten. Het resultaat? Een gebouw waar de temperatuur, de luchtvochtigheid, de isolatie, de werkruimtes, de inrichting, de verlichting en de voorzieningen gewoon top zijn. [lachend:] Ik durf bijna te stellen dat mensen liever hier zijn dan thuis.’
" Wat ik zelf vooral mooi vind aan dit pand, is de uitstraling aan de buitenkant. Onder meer omdat de lijnen verticaal lopen. Sta je naast het gebouw, dan lijkt het gesloten, loop je naar voren, dan gaat het gebouw als het ware “open” "
BPA verhuisde in het voorjaar van 2017 naar het splinternieuwe pand aan de Carrosserieweg, pal aan de stadsrand van Woerden. Het gebouw van maar liefst 9 meter hoog, 160 meter lang en 65 meter breed oogt indrukwekkend. Die indruk wordt binnen nog eens bevestigd door de ruimte, het licht, de open trappen, de bijzonder vormgegeven receptie en de industriële uitstraling. Stap je de kantoorruimtes binnen, dan maakt de ‘weg’ op de vloer in één oogopslag duidelijk wat de looprichting is en hoeveel meter je nog voor de boeg hebt. Uiteraard is de kleur ‘Blue’ in allerlei elementen terug te vinden. Het pand werd uiteindelijk ruim drie maanden eerder opgeleverd dan gepland. Dick: ‘Door de goede onderlinge samenwerking verliep de voortgang voorspoediger dan gedacht en wisten we “binnen en buiten” goed bij elkaar te houden.’
De toekomst? Dick: ‘Op dit moment groeien we nog steeds. We startten hier in maart 2017 met 169 mensen en nu huisvesten we meer dan 300 mensen. Als het gebouw helemaal klaar is, is er ruimte voor 650 man. Eigenlijk moeten de huidige 13.000 vierkante meters al gaan uitbreiden, maar dat is momenteel vrij kostbaar, dus zoeken we nu naar andere tijdelijke oplossingen. We willen namelijk wel blijven vasthouden aan onze kernwaarden: “Efficiency” en “Just in time”. Maar ik ga die 27.000 vierkante meter zeker nog wel meemaken.’
Martijn Verhagen van HD Architecten verdiepte zich in de visie van Marco. De aspecten die binnen het Martha Flora-concept belangrijk waren voor het gebouw, wist hij volgens Marco uitstekend te vertalen naar het ontwerp. ‘Het was natuurlijk heel prettig dat deze zorgvilla vanaf scratch ontworpen kon worden. De ervaring de we bij eerdere locaties opdeden, konden we in dit ontwerp meenemen. Dat maakt dat de zorgvilla in Hillegersberg volledig voldoet aan de eisen die we bij Martha Flora stellen en één van onze mooiste locaties is. Daarnaast staat de villa op een fantastische plek, midden in een woonwijk, schuin tegenover een school, met winkels op steenworp afstand en dichtbij een van de grootste groengebieden van Nederland. In het gebouw zijn op de begane grond en de eerste verdieping in totaal 24 ruime éénpersoons-studio’s gevestigd. Op de tweede etage bevinden zich ook nog vijf meerkamer-appartementen voor echtparen.’
Martha Flora biedt een veilige leefomgeving, maar ook voldoende leefruimte voor haar bewoners. ‘Door die leefruimte is het stressniveau bij onze bewoners veel lager. In de zorgvilla in Hillegersberg is daarom op beide verdiepingen een meander gerealiseerd. Deze meanders vormen het hart van het gebouw en zijn elk geschikt voor twaalf tot vijftien bewoners. Een meander bestaat uit een bibliotheek, een huiskamer, een eetkeuken, een tuinkamer en een atelier die en suite met elkaar geschakeld zijn. In de zorgvilla in Hillegersberg stappen alle bewoners vanuit hun eigen appartement direct de meander in, waar ze vervolgens daar kunnen verblijven waar ze zich het prettigst voelen. Ook is samen met de architect gekeken hoe de beleving van de leefruimtes vanuit de bewoners is. Zo is er bijvoorbeeld voor gekozen om de gangen niet doodlopend te maken, maar deze in een raampartij te laten eindigen. Dat nodigt bewoners uit om naar het licht toe te lopen waarna ze uitzicht hebben op bijvoorbeeld bomen of andere huizen. Maar het vergroot ook het gevoel waar ze zich bevinden en waar bijvoorbeeld hun kamer is. Zo wordt voorkomen dat bewoners gaan lopen dwalen.’
In de zorgvilla in Hillegersberg zijn, zoals gezegd, op de tweede etage ook vijf meerkamer-appartementen gesitueerd, bestemd voor echtparen. ‘Het is natuurlijk heel triest als mensen na een lang leven samen niet meer bij elkaar kunnen wonen omdat een van hen aan dementie lijdt. Wij vinden het belangrijk om echtparen deze mogelijkheid te bieden. Natuurlijk moet ook de partner zich in de zorgvilla thuis voelen en een eigen leven kunnen hebben. Voor hen is er vanaf de tweede etage via de lift of het afgesloten trappenhuis een eigen opgang.
De buitenkant van het gebouw past qua uitstraling uitstekend in de omgeving. Marco: ‘Dat komt vooral door de grote dakoverstekken, die ook bij andere huizen in de buurt te zien zijn. Het eindresultaat? Een aantrekkelijk woonzorggebouw waar ouderen met dementie hun leven op een beschermde, maar ook zo normaal mogelijke manier kunnen voortzetten. En wat mij betreft echt een gebouw met wat de Engelsen “curb appeal” noemen. Medewerkers zullen trots zijn op hun werkplek en de familieleden van bewoners zullen het fijn vinden om te zien dat hun naasten op een prachtige plek verder leven waar aan alles is gedacht.’
De dementiezorg van Martha Flora
Martha Flora onderscheidt zich op zeven gebieden ten opzichte van reguliere en particuliere verpleeghuizen: